De meeste kennen het wel: je voelt dat je rust nodig hebt, maar besluit toch nog dat stapje extra te zetten. Omdat je nog niet zo heel lang bezig bent in je nieuwe baan of functie, omdat je toch bijna met vakantie gaat en graag nog iets wilt afronden, omdat je hoopt dat als je door bikkelt je eindelijk de lang gekoesterde promotie krijgt. Maar we weten ook allemaal dat dat eigenlijk niet zo goed is. Dat het lichaam vraagt een stapje terug te zetten. Waak ervoor dat je vlam niet dooft.
Hoe de dovende vlam bleef branden
De dag begint goed,
je bent vol energie.
Je lacht, je bent zacht.
Enthousiast.
Je werkt.
Hard.
Eerst nog positief.
Je lichaam vraagt:
"Wees eens lief?"
Je werkt hard,
je verhard.
Het fluisteren van je lichaam,
je beweegt ervandaan.
De fluistering verhard.
Met jou mee,
zoals het slijten op steen van de zee.
Verkramping in je hart.
Je maag protesteert zwaar.
Alsof je een tennisbal hebt ingeslikt:
Hard, rubberachtig, rond.
Onverteerbaar.
Je werkt.
Langzamer nu.
Groeiende pijn.
Je lichaam vraagt:
"Hoor je mij?"
Energie vastgevroren,
gedaald tot min tien.
Wanhopig, verloren.
Je huid laat pijn bezien.
Je werkt.
Jouw tempo.
Langzaam.
Je lichaam zegt:
"Je bent er."